Acht weken was-tie toen een vriendin er op een dag mee aan kwam zetten.  Een zwart-wit bolletje op pootjes rende op me af en ik was meteen verkocht.  Op zijn paspoort stond Friese Stabij. Ik had nog nooit een hond gehad. 
De reacties uit mijn omgeving waren niet mals. “Impulsief,  onverstandig, nooit mogen doen, daar gaat je vrijheid, hij kan wel vijftien worden!”.  Ik vond dat onzin, veel te verliefd op mijn Jochem.

“U hebt een wolf in huis gehaald” was de eerste regel van een boekje dat ik over het opvoeden van de pup las.

 Een wolf? Die schattig wollige stuiterbal die vrolijk schoenen en sokken door het huis sleepte? Belachelijk!  Op advies van vrienden ging ik toch maar met hem op puppycursus. Het werd een ramp. Alles in mij verzette zich. Wat nou “Zit!”, “Naast!”, “Af!”?  Doe het zelf!  Beelden van bazige akela’s uit mijn padvinderstijd op het netvlies. Jochem kreeg na afloop als enige geen certificaat en ik werd streng toegesproken: “nu was het nog leuk, straks zouden de problemen komen”.  Ja hoor, dacht ik, wegwezen hier.

Vijf jaar later was Jochem nog altijd een supervrolijke hond die met sokken en schoenen in zijn bek door het huis sjouwde, de kaas van tafel jatte, me rechts en links voor de voeten liep, uren verdween in de bosjes en steevast bezoek uitbundig besprong. Wat mij betreft: ach, een beetje irritant misschien maar kom op zeg! Het is Jochem! Liefde maakt blind. Ik was de ouder die niets slechts over zijn kind wilde horen.  Wie niet voor Jochem was, was tegen mij.

Ok, hem een paar dagen uit logeren sturen was wel een probleempje. Iedereen had altijd nét toevallig dat weekend iets anders te doen. Zo waren we dus op elkaar aangewezen, mijn onopgevoede Stabij, die bij nader inzien toch meer een kruising bleek tussen een Bordercollie en een Boerenfox, en ik.

Er kwamen toch wat scheurtjes…

Toch kwamen er langzaam wat scheurtjes in mijn onvoorwaardelijke liefde.  Dat hij tussen mij en mijn nieuwe geliefde op de bank wilde zitten snapte ik wel maar dat eeuwige lopen door de vensterbank, was dat eigenlijk wel normaal?  Waarom begon hij tegen me op te springen als de telefoon ging en moest hij persé op schoot als ik met iemand aan het bellen was? Tijdens een forse woordenwisseling op straat met een junk hapte hij plotseling naar mijn kuit. Ik was geschokt. Was dit het moment “waarop de problemen zouden komen?”. Of waren die problemen allang? Zoals dat optrekken van die bovenlip als ik mijn geduld verloor wanneer hij zich weer eens onder de tafel verstopte en ik genoeg had van het spelletje? Het uitvallen naar andere honden als ik even met het baasje praatte?

Toen kwam er hulp..

Uiteindelijk besloot ik dan toch een hondengedragskundige in te schakelen. Ik had het aan niemand verteld, dit was tenslotte iets tussen Jochem en mij.  Een aardige jonge vrouw die net haar opleiding had afgerond kwam op huisbezoek. Ze werd hartelijk begroet door Jochem maar negeerde hem en richtte zich op mij. “Ik ben bang dat Jochem te dominant is”, begon ik voorzichtig. Bij het horen van zijn naam sprong hij meteen weer op schoot. Om mijn gezicht te redden stuurde ik hem naar zijn mand. Even later was hij weer terug. “Dít bedoel ik nou”, zei ik. De jonge vrouw luisterde alleen en hield Jochem ondertussen nauwlettend in de gaten.

Een week later kreeg ik het rapport. Wat had ze goed geobserveerd maar wat kwam ik er slecht van af! Een dikke onvoldoende. Jochem dominant? Wat ze had gezien was een lieve maar super onzekere hond die smeekte om duidelijkheid en regels.  

Een hond die geen idee had waar hij aan toe was met zo’n inconsequente bazin. Die naar zijn mand werd gestuurd maar tegelijkertijd werd toegelachen omdat zijn vrouwtje al meteen weer spijt had van haar actie. Die mijn stemmingen haarfijn aanvoelde en mij alleen maar wilde beschermen.  Maar had ik me wel eens verdiept in wat hij nódig had? Zo streng was ik nog nooit beoordeeld. En dat ook nog door een jonge net afgestudeerde meid!

Tuurlijk wist ik dat ze gelijk had maar waar moest ik beginnen? Gelukkig stond het rapport vol goede adviezen en twee maanden lang heeft ze me wekelijks gebeld om te vragen hoe het ging. Ik was regelmatig in tranen. Jochem was boos op me, negeerde me, kwam nooit meer bij me op schoot. Mijn geliefde was plots zijn favoriet, ik had het nakijken.  Het liefst gooide ik alle nieuwe regels over boord maar wat moest ik dan tegen haar zeggen?  Sorry hoor maar dat zit niet in me, streng en consequent zijn?  Dus zette ik door. Al was het maar omdat die dikke onvoldoende me goed dwars zat.

Na twee maanden kwam de kentering. Als de bel ging werd er niet meer hysterisch geblaft – Jochem liep rustig naar zijn mand in afwachting van zijn beloning. Hij kwam alleen nog maar op schoot als ik het vroeg. Het uitvallen naar andere honden was voorbij. Vrienden konden hun ogen niet geloven.
Een Jochem die luisterde, ook naar hen! En tuurlijk mocht hij komen logeren.  Zeven geweldige jaren hebben we nog gehad. Streng zijn was op laatst niet meer nodig, één blik van mij volstond. Tuurlijk heb ik hem nog regelmatig moeten zoeken in de bosjes, een heilige is-tie nooit geworden.  Ook geen Stabij dus maar wel mijn welopgevoede lieve Fries.

Marian Kiebert
(Marie Kiebert schrijft scenario’s voor film, tv en theater)